Is het huwelijk een contract?

Is het huwelijk wel een contract? Die vraag dringt zich op.

Zoals hierboven weergegeven worden aanstaande echtgenoten vooral door echtscheidingsadvocaten geadviseerd om de akte huwelijkse voorwaarden serieus te nemen en duidelijke afspraken te maken. Als aanstaande echtgenoten keer op keer daaraan voorbij gaan, dan lijkt er meer aan de hand dan afkeer van juridische regels/taal. De misvatting hierbij is, in mijn ogen, dat ervan uit wordt gegaan dat aanstaande echtgenoten rationele wezens zijn; dat het huwelijk rationeel wordt aangegaan, alsof het puur en alleen een contract is.

In de hierboven al aangehaalde bijlage bij het Financiële Dagblad wordt dat mooi
verwoord in een interview met de Tsjechische econoom Thomas Sedlacek naar
aanleiding van zijn boek De economie van goed en kwaad. Hij trekt fel van leer tegen
zijn collega-economen, die zich in zijn ogen blindstaren op modellen waarin de
homo economicus, de rationele op eigen gewin gerichte mens, centraal staat.
‘Ze doen alsof goed en kwaad niet bestaat, en sluiten hun ogen voor diepere
drijfveren van het menselijke gedrag.’

Dertig jaar geleden zag Prof. Hoefnagels ditzelfde punt en maakte het bespreekbaar.
In de FJR jubileumbundel 1980, Huwelijk, zegt Prof. Hoefnagels er het volgende
over:

‘Het interessante feit doet zich daarbij voor dat het bruidspaar voor de huwelijkssluiting een zekere weerstand ontwikkelt om de reële gevolgen, die de wet aan het huwelijk verbindt, onder ogen te zien. Vanuit de afdeling Familie- en Jeugdrecht van de Erasmus Universiteit en de afdeling Persoonlijkheidsleer van de Universiteit te Nijmegen wordt thans een onderzoek gedaan naar de affectieve dissonantie bij de huwelijkssluiting. Onder affectieve dissonantie verstaan we ‘de discrepanties en tegenstrijdigheden tussen de persoonlijke motieven en verwachtingen waarmee bruidsparen een wettelijk huwelijk sluiten en de reële, vooral zakelijke gevolgen die de wet aan het huwelijk verbindt, benevens de gevoelsmatige weerstand van bruidsparen om deze gevolgen van tevoren onder ogen te zien’. Bij affectieve dissonantie verzet men zich dus tegen kennis die in strijd is met gevoelens en waarden die in mensen leven.’

Al in 1980 werd dit ‘probleem’ gesignaleerd. Toch wordt er vandaag de dag nog
steeds weinig bij stilgestaan door juristen. Immers keer op keer wordt gehamerd
op wat verstandig is zonder aandacht te besteden aan de gevoelens en waarden
die dat blijkbaar in de weg staan. Wat zijn dan die gevoelens en waarden die in
mensen leven?

Om goed te kunnen zien waar de weerstand tegen het ‘sluiten van een slim contract’
mee te maken heeft, heb ik buiten de muren van het juridische perspectief gekeken.
Immers, het huwelijk is vanuit juridisch perspectief wellicht een contract, maar dat
is het niet alleen. Bovendien is het een contract dat voor een groot gedeelte door de
overheid is ingevuld. Er is maar een beperkt gebied waar afspraken over gemaakt
mogen worden. Het is niet een rechttoe rechtaan contract. Er speelt zoveel meer.
Het huwelijk is iets groters. Het huwelijk is ook een instituut. Prof. Mr. J.L.M.
Elders oppert in de hierboven genoemde FJR jubileumbundel dat de tegenstelling
tussen het huwelijk als instituut en het huwelijk als contract te weinig scherp is.

Ik kwam met ‘het instituut huwelijk’ in aanraking bij het bestuderen van de filosoof
Hegel, tijdens mijn minor filosofie aan de VU.
In Hegels boek Grundlinien des Rechts zet hij zijn visie op het huwelijk uiteen. Dit
was voor mij een eyeopener.
Kort samengevat ziet Hegel het huwelijk niet als een contract, maar als een heilig
instituut. Hij beschouwt het als een besluit om voortaan als ‘Eine Person’ door het
leven te gaan (Grl.310). Dat staat meteen een contract in de weg; je kunt niet als
Eine Person een contract sluiten. Een contract impliceert twee partijen.

Hegel:

‘In het huwelijk erkennen twee werkelijke individuen elkaar als persoon, en constitueren daarmee één werkelijke persoon. Het huwelijk is uit op de eenheid van de persoon als het doel. Het hoofddoel en het zuivere begrip van het huwelijk is niet de seksuele verbintenis of het verdrag, maar het worden van één persoon.’

Hegel keert zich hiermee zeer expliciet tegen de visie van de filosoof Kant, die
het huwelijk ziet als een contract tussen personen van verschillend geslacht, tot
wederzijds bezit en gebruik van elkaars geslachtsorganen en geslachtsfuncties.
Deze visie wordt door Hegel als schandelijk afgedaan. Alleen over een object kan
worden beschikt. Dat is het geval bij eigendom. Over subjecten (personen) kun je
niet beschikken.

Als het aangaan van een contract volgens Hegel dus niet de basis is voor het huwelijk,
wat dan wel? De liefde? In ieder geval niet de romantische liefde – Hegel is
ook daar vrij uitgesproken in. Hij zegt erover: ‘De liefde, welke ervaring/gevoel is,
laat de toevalligheid binnen’ – kortom, liefde is te toevallig.
Voor Hegel zit de kracht van het huwelijk in het elkaar over en weer erkennen als
één persoon. Dat is ook de reden dat hij voor monogamie is. Niet zozeer uit morele
overwegingen, maar omdat er anders sprake is van verwonding en de wederzijdse
erkenningsbeweging dan verdwijnt.

Een beweging van jezelf verliezen, juist om jezelf te vinden: voor Hegel schuilt
juist in die eenwording de vrijheid. De huwelijkse liefde is voor hem een beweging,
waarin ik uit ben op het opheffen van mijn geïsoleerde individudualiteit, waarin ik
mezelf overgeef en me in een groter geheel voel opgenomen.
Al klinkt het misschien zo, met deze eenwording heeft Hegel geen symbiotische
relatie op het oog, waarin echtgenoten zich louter in elkaar verliezen. Juist om die
eenheid aan te gaan, juist om één te kunnen worden, moet je eerst zelf één zijn.

Dat veronderstelt ook dat er sprake is van een geslaagde identiteitsvorming en een
realisatie van het eigen man- of vrouw-zijn.
De filosoof Axel Honneth, een neo-Hegeliaan, heeft uitgewerkt hoe een geslaagde
identiteitsvorming tot stand komt. In zijn boek De strijd om erkenning zet hij uiteen
dat elk mens in zijn leven drie vormen van erkenning moet verwerven:

1. Liefde: erkenning van onze ouders en naasten;
2. Recht/formele erkenning: erkenning als volwaardige en autonome burger van
de maatschappij;
3. Solidariteit/sociale erkenning: erkenning van onze eigen unieke individualiteit.

Dit zijn volgens Honneth drie componenten van een gezonde menselijke ontwikkeling.
Gaat er met een van de vormen van erkenning iets mis, dan gaan we gekwetst
en beschadigd door het leven, en zijn we, om in Hegels termen te blijven, niet in
staat om door middel van een ‘volwassen eenwording’ met onze partner op te gaan
in een groter geheel.

Volgens Honneth kan erkenning dus slechts binnen intersubjectieve relaties bestaan.
In de liefde ziet Honneth de structurele kern van elke erkenningsrelatie. In
liefdesrelaties tussen mensen, expliciet berustend op vertrouwen, ligt voor iedere
intersubjectieve vertrouwens- en erkenningsrelatie de kern. Mogelijkheden daartoe
zijn er al in de kinderjaren. Honneth baseert zijn inzichten mede op objectrelatie
theorieën, voornamelijk aan de hand van het werk van Donald Winnicott.

In een huwelijk gaat het dan ook nog eens om een specifieke erkenning, immers
de erkenning als man/vrouw. Als het gaat om de erkenning als man/vrouw is het
volgens Emma Jung (echtgenote van C.G. Jung) belangrijk dat de man het vrouwelijke
deel in zich zelf (anima) en de vrouw het mannelijke deel (animus) heeft
erkend en geïntegreerd. Dit is belangrijk juist om die ander als man dan wel vrouw
te kunnen erkennen. Ik ga daar hier niet verder op in, maar voor de liefhebber,
zeer interessant.

Erkenning is de rode draad (bij Honneth, Hegel en Jung). Om elkaar als man en
vrouw wezenlijk te erkennen is het nodig om:

  • de ouderlijke liefde ontvangen te hebben die eruit bestaat dat je in je wezen als
    kind erkend wordt;
  • de zuivere betrekking op jezelf (jezelf in je wezen erkennen);
  • animus of anima in jezelf te hebben erkend/geïntegreerd.

Samenvattend: de ‘hogere’ beweging binnen een huwelijk, dat wat deze verbinding
– althans volgens Hegel – tot een heilig instituut maakt, is er één van mezelf
overgeven, van samen in een groter geheel opgaan, en mezelf daarin juist te vinden.

Tja. Daar blijven we met onze goede adviezen, zou je zeggen. Wij als echtscheidingsadvocaten zien het huwelijk misschien wel als een contract, aanstaande echtgenoten zien het niet zo … en terecht. In ieder geval volgens Hegel.

Lees het complete hoofdstuk; Het huwelijk een heilig instituut?

Sorry, comments are closed for this post.

  • mr Julia Veldkamp advocaat mediator coach   Duurzaam Huwelijk