Ondernemers trouwen meestal op huwelijkse voorwaarden. Een drijfveer om huwelijkse voorwaarden aan te gaan is vaak het crediteurenrisico. Meestal wil de ondernemer daarnaast de onderneming buiten het gemeenschappelijke vermogen houden.
Waar het dan vaak misgaat, is dat er naast uitsluiting van elke gemeenschap van goederen toch nog een periodiek verrekenbeding wordt opgenomen. Ik verbaas me hier vaak over, want door dit beding valt de waarde van de onderneming of de achtergebleven winst vaak alsnog in het te verrekenen vermogen.
Ook frappant vind ik dat met een echtscheiding nauwelijks rekening wordt gehouden bij het opmaken van de huwelijkse voorwaarden, terwijl dat risico veel groter is dan een faillissement.
Kortom, tijd voor ondernemers (en hun echtgenoten) om serieus de huwelijkse voorwaarden aan te gaan. Dit is een onderwerp dat niet alleen juridisch, maar ook bedrijfseconomisch/financieel bekeken moet worden. Deze kruisbestuiving is onmisbaar, wil je als ondernemer heldere huwelijkse voorwaarden aangaan.
Ook tijdens het huwelijk kan er aanleiding zijn om over te gaan tot wijziging van de huwelijkse voorwaarden, bijvoorbeeld als tijdens het huwelijk een onderneming wordt opgezet of deze van juridische vorm verandert.